Nog meer beestjes
9 juli 2015 - Morro Bay, California, Verenigde Staten
8 juli,
Twee dagen in een dit keer: gisteravond zo enorm loom en rozig dat ik om 10 uur al volledig onder zeil was. Daarbij hebben we vandaag gestaakt: we rijden niet, maar zijn lekker relaxed naar het strand van Morro Bay geweest om te wandelen.
Gisteren: na het staand ontbijt in de piepkleine receptie van het hotel(2x2) waar een broodrooster, koffiemachine, sapmachine en 5 barkrukken aan barretjes bij het raam waren gepropt, snel op weg richting Monterey en verder. De bedoeling was om plm 100 mijl te rijden en dat zo elke dag tot we vrijdagmiddag in LA op het vliegveld staan. (En zaterdagavond weer thuis: het gaat nu ineens wel heel snel!) Uiteindelijk werden het 200 mijl. Simpelweg omdat in het gebied ten zuiden van Monterey; Big Sur geen betaalbare kamers te vinden waren. $200 per nacht zonder tax vinden wij iets te gek... Die tax is trouwens erg lastig, onhandig en klantonvriendelijk. Op alles wat je koopt komt nog tax. Bij wijze van spreken ook op een los gekocht snoepje van 5 cent. Je weet nooit waar je aan toe bent want niet een artikel heeft een inclusiefprijs en het wil maar niet wennen. Het is ook nooit duidelijk om hoeveel belasting het gaat. In het geval van die veel te dure kamer zou het best nog eens 20 dollar meer kunnen zijn. Wij reden dus uiteindelijk door tot we een stadje tegenkwamen.
We begonnen onze tocht dus in Monterey: een aardig stadje, met een historical downtown. Ook dat went niet bij ons, want steeds denken we: leuk een oud centrum! Maar Monterey had in de hoofdstraat precies 5 gebouwen van net na de vorige eeuwwisseling en dat was het. Naar het zuiden de stad uit kwamen we door Carmel. Clint Eastwood hier zoeken heeft niet zoveel zin denk ik, want wij vonden Carmel het Gooi van Monterey(en dat schijnt al heel duur te zijn),d.w.z. geen echt centrum gezien, maar heel veel prachtig beboste lanen met grote oprijlanen van hier naar ver weg. En uiteraard hoge, dure hekken om alles heen. Maar: een erg mooi gebied. Eigenlijk begint Big Sur hier al: het is een lange kuststrook, ruig, deels mooi bebost (ook nog redwoods), met 1 enorm kronkelende weg soms vlak langs de kust/afgrond. Tussen bergen en zee is er meestal nog geen 50 meter land. Vandaar ook dat er geen dorpjes onderweg zijn en maar af en toe 1 motel, die gelijk de prijzen verdrievoudigt als je daar na 3 uur nog om een kamer vraagt. Het is een erg mooi gebied en op een bepaald moment had ik een soort deja vu, toen ik me ineens in een schilderij van opa Heinecke waande, die hier midden jaren 60 een tijd bij zijn zoon/mijn oom op bezoek was, er veel schetsen heeft gemaakt en daar thuis schilderijen van maakte.
Er zijn echter ook plotseling hele stukken kust die kurkdroog en verdord zijn, dat maakt het toch een stuk minder aantrekkelijk. Op een afstand zagen we hoog in de heuvels een stukje van Hearst Castle, een soort Disney kasteel lijkt ons. Meneer Hearst was nogal rijk (krantenmagnaat?) en wilde zijn jetsetvriendjes in stijl ontvangen. Dus dan bouw je een kasteel. Je kan het bezoeken, maar dat hebben we gelaten voor wat het was.
Langs de kust kwamen we ineens een zeeolifanten kolonie tegen. Het viel behoorlijk op, want er stonden een paar honderd mensen omlaag te kijken. Even later wij dus ook. De eveneens paar honderd zeeolifanten trokken zich niets aan van de mensen die 5 meter boven hen op de rotsen stonden. Ze gingen gewoon door met zand over zich heen gooien, elkaar imponeren met gebrul en over elkaar heen blubberen naar een betere plaats (of partner?). Af en toe was er rust in de kolonie en zag je ze allemaal zich verlekkerd in de zon koesteren. Het was indrukwekkend om te bekijken, maar mooi zijn ze niet. De dag ervoor -op de walvistocht- waren we trouwens ook nog getrakteerd op een aantal zeeleeuwen die op jacht waren. Dat was een erg vrolijk gezicht! Zeeleeuwen maken als een stel pubers veel lawaai en spektakel, dus ze springen af en toe na een aanloop(die je ze onder water kon zien maken) een meter of wat uit het water. En daarnaast verschijnen ze tussendoor regelmatig met de kop boven het water, je aankijkend alsof ze willen zien hoeveel indruk ze op je maken.
Na het verlaten van Big Sur werd de ruimte tussen bergen en zee veel ruimer, er kwamen wat dorpjes en stadjes en tegen half zes kwamen we aan in Morro Bay, van oorsprong een vissersdorp, inmiddels een kleine stad met wat toerisme, een leuk soort van boulevard zonder kermistoestanden en aardige eetgelegenheden. Dus een motel gezocht en gevonden. En ineens bedachten we, dat we onszelf wel konden belonen met een rustdag.
Dat was vandaag. En het blijft overeind: een leuk, eenvoudig plaatsje, waar je je wel een dag of wat kunt vermaken. Maar met een heel groot nadeel: zandvliegen. We hadden op de boulevard een tijdje staan kijken naar de surfers en vanuit mijn ooghoeken zag ik steeds wolken zwart zand opstuiven. Dacht ik. Dat bleken dus miljarden zwarte zandvliegen te zijn. Elk dood beest, dus elk schelpje werd volledig onderzocht door ze. De aangespoelde kelpbladen en takken (mosgroen) zagen letterlijk zwart van de vliegen. En bij elke stap in de buurt van zo'n zwarte hoop vlogen ze allemaal op. Ze waren niet echt in ons geinteresseerd maar aangenaam was het niet. Wat daarentegen wel aangenaam was, dat was het bekijken vanaf ons balkon van de kolibri's die vlak naast het balkon een mooie boom vol met nectarrijke bloemen hebben. Toen we vanavond op weg naar een restaurant onder de boom doorgingen hing er plotseling een kolibri op nog geen meter boven mijn hoofd voor een bloem. Het maakte het diertje niets uit dat ik plotseling bleef staan om rustig te kijken.
Twee dagen in een dit keer: gisteravond zo enorm loom en rozig dat ik om 10 uur al volledig onder zeil was. Daarbij hebben we vandaag gestaakt: we rijden niet, maar zijn lekker relaxed naar het strand van Morro Bay geweest om te wandelen.
Gisteren: na het staand ontbijt in de piepkleine receptie van het hotel(2x2) waar een broodrooster, koffiemachine, sapmachine en 5 barkrukken aan barretjes bij het raam waren gepropt, snel op weg richting Monterey en verder. De bedoeling was om plm 100 mijl te rijden en dat zo elke dag tot we vrijdagmiddag in LA op het vliegveld staan. (En zaterdagavond weer thuis: het gaat nu ineens wel heel snel!) Uiteindelijk werden het 200 mijl. Simpelweg omdat in het gebied ten zuiden van Monterey; Big Sur geen betaalbare kamers te vinden waren. $200 per nacht zonder tax vinden wij iets te gek... Die tax is trouwens erg lastig, onhandig en klantonvriendelijk. Op alles wat je koopt komt nog tax. Bij wijze van spreken ook op een los gekocht snoepje van 5 cent. Je weet nooit waar je aan toe bent want niet een artikel heeft een inclusiefprijs en het wil maar niet wennen. Het is ook nooit duidelijk om hoeveel belasting het gaat. In het geval van die veel te dure kamer zou het best nog eens 20 dollar meer kunnen zijn. Wij reden dus uiteindelijk door tot we een stadje tegenkwamen.
We begonnen onze tocht dus in Monterey: een aardig stadje, met een historical downtown. Ook dat went niet bij ons, want steeds denken we: leuk een oud centrum! Maar Monterey had in de hoofdstraat precies 5 gebouwen van net na de vorige eeuwwisseling en dat was het. Naar het zuiden de stad uit kwamen we door Carmel. Clint Eastwood hier zoeken heeft niet zoveel zin denk ik, want wij vonden Carmel het Gooi van Monterey(en dat schijnt al heel duur te zijn),d.w.z. geen echt centrum gezien, maar heel veel prachtig beboste lanen met grote oprijlanen van hier naar ver weg. En uiteraard hoge, dure hekken om alles heen. Maar: een erg mooi gebied. Eigenlijk begint Big Sur hier al: het is een lange kuststrook, ruig, deels mooi bebost (ook nog redwoods), met 1 enorm kronkelende weg soms vlak langs de kust/afgrond. Tussen bergen en zee is er meestal nog geen 50 meter land. Vandaar ook dat er geen dorpjes onderweg zijn en maar af en toe 1 motel, die gelijk de prijzen verdrievoudigt als je daar na 3 uur nog om een kamer vraagt. Het is een erg mooi gebied en op een bepaald moment had ik een soort deja vu, toen ik me ineens in een schilderij van opa Heinecke waande, die hier midden jaren 60 een tijd bij zijn zoon/mijn oom op bezoek was, er veel schetsen heeft gemaakt en daar thuis schilderijen van maakte.
Er zijn echter ook plotseling hele stukken kust die kurkdroog en verdord zijn, dat maakt het toch een stuk minder aantrekkelijk. Op een afstand zagen we hoog in de heuvels een stukje van Hearst Castle, een soort Disney kasteel lijkt ons. Meneer Hearst was nogal rijk (krantenmagnaat?) en wilde zijn jetsetvriendjes in stijl ontvangen. Dus dan bouw je een kasteel. Je kan het bezoeken, maar dat hebben we gelaten voor wat het was.
Langs de kust kwamen we ineens een zeeolifanten kolonie tegen. Het viel behoorlijk op, want er stonden een paar honderd mensen omlaag te kijken. Even later wij dus ook. De eveneens paar honderd zeeolifanten trokken zich niets aan van de mensen die 5 meter boven hen op de rotsen stonden. Ze gingen gewoon door met zand over zich heen gooien, elkaar imponeren met gebrul en over elkaar heen blubberen naar een betere plaats (of partner?). Af en toe was er rust in de kolonie en zag je ze allemaal zich verlekkerd in de zon koesteren. Het was indrukwekkend om te bekijken, maar mooi zijn ze niet. De dag ervoor -op de walvistocht- waren we trouwens ook nog getrakteerd op een aantal zeeleeuwen die op jacht waren. Dat was een erg vrolijk gezicht! Zeeleeuwen maken als een stel pubers veel lawaai en spektakel, dus ze springen af en toe na een aanloop(die je ze onder water kon zien maken) een meter of wat uit het water. En daarnaast verschijnen ze tussendoor regelmatig met de kop boven het water, je aankijkend alsof ze willen zien hoeveel indruk ze op je maken.
Na het verlaten van Big Sur werd de ruimte tussen bergen en zee veel ruimer, er kwamen wat dorpjes en stadjes en tegen half zes kwamen we aan in Morro Bay, van oorsprong een vissersdorp, inmiddels een kleine stad met wat toerisme, een leuk soort van boulevard zonder kermistoestanden en aardige eetgelegenheden. Dus een motel gezocht en gevonden. En ineens bedachten we, dat we onszelf wel konden belonen met een rustdag.
Dat was vandaag. En het blijft overeind: een leuk, eenvoudig plaatsje, waar je je wel een dag of wat kunt vermaken. Maar met een heel groot nadeel: zandvliegen. We hadden op de boulevard een tijdje staan kijken naar de surfers en vanuit mijn ooghoeken zag ik steeds wolken zwart zand opstuiven. Dacht ik. Dat bleken dus miljarden zwarte zandvliegen te zijn. Elk dood beest, dus elk schelpje werd volledig onderzocht door ze. De aangespoelde kelpbladen en takken (mosgroen) zagen letterlijk zwart van de vliegen. En bij elke stap in de buurt van zo'n zwarte hoop vlogen ze allemaal op. Ze waren niet echt in ons geinteresseerd maar aangenaam was het niet. Wat daarentegen wel aangenaam was, dat was het bekijken vanaf ons balkon van de kolibri's die vlak naast het balkon een mooie boom vol met nectarrijke bloemen hebben. Toen we vanavond op weg naar een restaurant onder de boom doorgingen hing er plotseling een kolibri op nog geen meter boven mijn hoofd voor een bloem. Het maakte het diertje niets uit dat ik plotseling bleef staan om rustig te kijken.
Geniet nog even dubbel.
Groeten, Rie